100 rode rozen voor oudste bewoonster Fijnaart
Marie van Erk-Hense is op 11 december honderd jaar geworden en daarmee de oudste bewoonster van Fijnaart.
Eigenlijk een Zundertse
Honderd jaar geleden werd in de koude winternacht van 11 december 1922 Marie Hense geboren in Zundert. Ze was de tweede in de rij en na haar zouden er nog twee kinderen volgen. Vader Victor was aannemer en eigenaar van een houtzagerij. Bovendien was hij veel op pad voor zijn taak als wethouder. Moeder Elisabeth bestuurde het gezin en zorgde voor alles wat er bij een eigen bedrijf komt kijken. ‘Ik kom uit een warm nest,’ zegt Marie. Het was druk, maar er was ook aandacht voor ons. Ik herinner me nog de pop die ik kreeg voor mijn verjaardag. Ze had een porseleinen kopje en pijpenkrullen. De pop moest overal mee naartoe.’ Marietje ging na de lagere school naar de huishoudschool en hielp vervolgens haar moeder in de huishouding en haar vader in het bedrijf. De klanten vonden die dochter van de Henses een leuke meid. Vooral Bernard van Erk kwam steeds vaker hout halen voor het bedrijf. Marietje had eerst nog niet zo in de gaten dat hij een oogje op haar had, Bernard was dan ook acht jaar ouder. Maar toen ze eenmaal doorhad dat hij niet voor het hout kwam maar voor haar, sloeg de vonk over. Ze krijgen verkering en trouwen als Marie 21 is. Want in die tijd was je dan pas volwassen.
Een baby vol roet
De oorlog was goed merkbaar in Zundert, maar dankzij het bedrijf van pa was er ruilhandel mogelijk. Hout voor levensmiddelen bijvoorbeeld, of hout voor stoffen. En zo kwam het dat de bruiloft van Marie en haar grote liefde Bernard uitgebreid gevierd kon worden met de familie. Het hele huis en de grote veranda waren versierd en er kwamen koks om iedereen een heerlijke maaltijd voor te zetten. Voor haar trouwjurk had Marie geen witte stof kunnen bemachtigen, maar de nachtblauwe jurk die ze droeg was misschien nog wel mooier! Na hun huwelijk ging het stel wonen op het carrosseriebouwbedrijf van Bernard, middenin Zundert. Anderhalf jaar later werd zoon Jan geboren. Op een dag, net nadat Marie haar baby’tje in bad had gedaan en hem lekker warm in zijn wiegje onder de grote schouw had gelegd sloeg er een V1-bom vlakbij in. De explosie deed het hele huis schudden. De sierborden op de schouw kletterden tegen de grond en de inhoud van de schoorsteen kwam naar beneden bovenop de kachel en het wiegje ernaast. Kleine Jan zag helemaal zwart van het roet. Gelukkig had Marie van de Engelsen voor haar baby zeep gekregen en dus kon Jan voor de tweede keer die dag in bad.
Zoete inval
Een paar jaar later werd dochter Elly geboren en daarmee was het gezin compleet. Marie zorgde voor de kinderen en het bedrijf van haar man. Dat was ze zo gewend en dat bleef ze met hart en ziel doen. Het was altijd een drukke boel in huize Van Erk. De klanten en het personeel hadden koffie nodig, de telefoon moest aangenomen worden en de kinderen werden naar de sport en de scouting gebracht. Marie kookte graag en iedereen was gek op haar traditionele wildschotels met rode kool en gestoofde peertjes. ‘Bij ons was het de zoete inval,’ vertelt Elly. ‘Mijn moeder was de spil in een warm en liefdevol huishouden waar iedereen welkom was. Mijn broer en ik mochten altijd al onze vrienden meenemen naar huis. In de zomervakantie logeerden er kinderen bij ons. Die kwamen via de Zonnebloemstichting, waar mijn moeder veel vrijwilligerswerk voor deed. Sommige kinderen hadden zo weinig dat ze niet eens een koffertje bij zich hadden. Mijn moeder zorgde er dan voor dat ze een volle tas met kleding en speelgoed mee terug naar huis namen.’
Naar Fijnaart
Marie is gek op de natuur en wandelt elke dag in de Zundertse bossen, het liefst samen met Bernard. Op warme dagen gaan de picknickmand en klapstoeltjes mee, en dan verzuchten ze dat er geen mooier terras voor te stellen is dan in Pannenhoef. De kinderen worden groot, zoon Jan neemt het bedrijf over en dochter Elly verhuist naar Fijnaart, het dorp waar haar man vandaan komt. Er worden 5 kleinkinderen geboren en later nog 12 achterkleinkinderen. Als het stel voorbereidingen treft voor hun pensioen, slaat het noodlot echter toe. Bernard krijgt een ongeluk en komt te overlijden. Marie is dan nog maar 64 jaar. ‘Dat was moeilijk voor iedereen,’ zegt Elly. ‘Maar mijn moeder wist met behulp van haar liefdevolle vriendinnen haar leven weer op te bouwen. Ze bleef actief voor de Zonnebloemstichting en reed tot haar 91’ste met de auto overal naartoe, ook naar ons in Fijnaart. Met hulp van de goede thuiszorg van Surplus kon ze ook zelfstandig blijven wonen en kookte ze nog elke dag haar eigen potje.’ Pas als Marie 99 jaar is verhuist ze naar de Fendertshof in Fijnaart, waar zij het meteen erg naar haar zin heeft. Zoon Jan is dan helaas al overleden en Marie wil graag dichtbij Elly zijn. Ze zegt daarover vol genegenheid: ‘Elly doet heel veel voor mij en dat is echt heel bijzonder. Ik ben heel gelukkig en dankbaar dat ik honderd jaar mag worden’.