Skip to main content

“De commissarissen bleven bij ons thuis slapen”

Jan Maris stamt uit een familie van rentmeesters



“De commissarissen bleven bij ons thuis slapen”
Jan Maris vertelt onder andere over het rentmeesterschap.
Jan Maris is een van de inwoners van Fijnaart die veel voor het verenigingsleven heeft betekend. Hij lette als penningmeester vooral nauwgezet op de clubkas. Daarnaast komt Jan uit een familie van rentmeesters, die gronden in Heijningen beheerden voor de eigenaren. Genoeg stof voor Chiem de Vos om Jan op te zoeken voor een gesprek.

Ik had Jan Maris al eens gevraagd of ik langs mocht komen, omdat hij diverse functies had bekleed bij verschillende verenigingen in Fijnaart. Zo was hij vele jaren penningmeester van Buurtbus Heijningen. Uit ervaring weet ik dat Jan op het gebied van de centen piekfijn was. Hoe kan het ook anders; Jan stamt uit een bankiersfamilie.

Heemkundige kring
Maar er was nog meer. Jan, die inmiddels 86 jaar is, was in het verleden ook penningmeester van de Heemkundige Kring Fijnaart en Heijningen. Dat was hij ook bij sportvereniging De Kieviten, bij de jongerenbegeleidingsgroep en hij was lid van Dorpsraad Fijnaart. Ook bij De Witte Roos was hij betrokken als penningmeester. Vooral de opening door Anton Geesink, voormalig wereldkampioen judo, staat hem nog glashelder voor de geest.

Rentmeester
In het gesprek komen we op de familie van Jan. Zijn grootvader en vader waren rentmeester over de aanwassen in Heijningen. Deze gebieden werden in 1651 uitgegeven om er landbouwgewassen op te telen. Grasland werd verpacht om te hooien of om koeien te laten grazen en ook de dijken kon men pachten voor begrazing.
Jan vertelt hoe mooi het daar was: “Waar nu het hoge gedeelte van Dintelmond is, lagen vroeger de Sasgorzen. Daar liepen in de zomer de koeien, terwijl ze er in de herfst af moesten en op stal werden gezet omdat in die periode de Sasgorzen onder water kwamen te staan. Toen al gaf men de rivier de ruimte. Waar zich nu het lage gedeelte van Dintelmond bevindt, waren vroeger de aanwassen. Deze liepen vanaf de Manderssluis tot aan de witte brug naar Stampersgat en liepen parallel met de Dintel. Aan de oevers van de Dintel groeide een prachtig maar verwilderd bos met veel soorten flora en fauna. Het was een lust voor het oog. Toch werd er nog aan houtkap gedaan voor gebruik op de boerderijen of privégebruik. Achter op de Slobbegorsedijk was er een waadplaats in het bos ontstaan, waar de jeugd dankbaar gebruik van maakte om daar te gaan zwemmen en te spelen.”

Malta
De helft van Malta behoorde ook bij de aanwassen, aldus Jan. Er was toen een Fijnaarts en een Willemstads Malta. Met het gedeelte uit Malta erbij, was het totale aantal aanwassen 300 hectare groot. Dat werd beheerd door de rentmeester. “De kavels werden al naar gelang de behoefte verdeeld onder kleine boeren die daar de kost mee moesten verdienen en door landarbeiders die op die manier nog wat bijverdienden. De beschikbare gronden varieerden: vanaf de Buitendijk met zeeklei, maar hoe verder je naar de Dintel kwam hoe zanderiger het werd. De meest uiteenlopende gewassen werden gekweekt, zoals aardappelen, uien, graan maar ook gladiolen, bieten en witlof. Boerderijen en schuren mochten niet op de aanwassen gebouwd worden, omdat in de herfst de Dintel buiten zijn oevers trad en de aanwassen onder water liepen.”

Commissarissen
Jaarlijks was er een bijeenkomst met de rentmeester en drie commissarissen. Zij kregen de stukken ter inzage en stemden daar al dan niet mee in. “Toen mijn vader rentmeester was, bleven de commissarissen bij ons in Willemstad vergaderen en ook slapen”, vertelt Jan. “De volgende dag was dan de officiële vergadering in Fort Oranje. Dat werd indertijd bewoond door de familie Hartman. Behalve de opkamer; die was speciaal ingericht voor deze belangrijke bijeenkomst. Deze opkamer had een tafel met stoelen, kasten voor de archieven en zelfs kasten met porselein, glazen en damasten tafellakens. Dit alles was voor de jaarlijkse bijeenkomst van de Heren der Aanwassen.”

In het water
De vrouw van Jan weet hier nog een leuk voorval van: “De moeder van Jan kookte voor dat gezelschap en gebruikte de spullen uit de opkamer voor het diner. Daarna werden de glazen gevuld, want de opkamer was ook voorzien van een uitgebreid assortiment aan drank. Toen de Heren van de Aanwas ter plaatse op inspectie gingen, liet een van hen zijn portefeuille in het water vallen. Toen hij probeerde om de kostbare inhoud te redden, struikelde hij en viel voorover in het water.”

Staatsbosbeheer
Dit voorval weet Jan nog uit overlevering en hij moet er nog hartelijk om lachen. De aandeelhouders verkochten soms hun aandelen aan partijen van buitenaf en Jans grootvader heeft toen Malta aan Staatsbosbeheer verkocht. Uiteindelijk bleef er van de 300 hectare maar 100 hectare over en werd het te klein om rendabel te exploiteren. Jan Maris zelf heeft zijn aandelen als laatste verkocht.

Dit is het laatste artikel dat Chiem de Vos voor Fijnaart Lokaal heeft geschreven. Chiem heeft besloten om zijn pen neer te leggen. De redactie bedankt hem voor zijn inzet en zijn mooie verhalen.

Advertenties