Skip to main content

De tijd gaat als een lopend vuurtje

Adwin de Gast en Johan Kloet 30 en 50 jaar bij de brandweer



De tijd gaat als een lopend vuurtje
Adwin de Gast (links) en Johan Kloet. Dertig en vijftig jaar in trouwe dienst bij Brandweer Fijnaart
De brandweer Fijnaart heeft zo`n twintig manschappen. Daarvan vieren er dit jaar twee hun jubileum. Namelijk Adwin de Gast, die dertig jaar werkzaam is bij het korps, en Johan Kloet, die maar liefst vijftig jaar van de partij is. Onder het genot van een kop koffie in de kantine boven de kazerne blikken de heren terug op hun tijd bij de brandweer en denken ze na over wat ze nu willen gaan doen.

Vuur, reddingsacties, teamwork en ook wel avontuur. Dat is wat de brandweer onder andere inhoudt. Het is een eeuwenoud vak dat in de kern altijd hetzelfde is gebleven, namelijk het helpen van mensen en soms ook dieren. Techniek en veiligheid zijn natuurlijk wel veranderd. Johan en Adwin weten hier alles van. Zij vieren dit jaar hun vijftig- en dertigjarig jubileum bij de Fijnaartse brandweer en kregen daarvoor, tijdens een officieel moment, ook een oorkonde.

Hoe het begon 
Het zijn twee echte Fendertse mannen, beide geboren en getogen in het dorp, waar ze nu nog steeds wonen. “Van kleins af aan kreeg ik het brandweervak al mee. Mijn opa en vader zaten ook bij de brandweer. In 1973 ben ik er op mijn achttiende ook bijgekomen, en nooit meer weggegaan”, vertelt Johan.

Bij Adwin is het anders gegaan. “Ik heb vroeger bij de marine gezeten, net als Johan. Op zo`n schip leer je al het een en ander over de brandweer. Je moet daar zelfredzaam zijn bijvoorbeeld. Bij de marine zat ik bij de brandweer, uiteindelijk ben ik daar weggegaan en ben ik begonnen bij de bedrijvenbrandweer in Moerdijk.” Uiteindelijk is Adwin door de commandant van het korps in Fijnaart gevraagd of hij ook bij deze groep wilde komen. Zo zijn beide mannen begonnen en werken ze er nog steeds met veel plezier.

Vertrouwen                                                                                                                                                                   
Johan en Adwin zijn beide vrijwilligers bij de brandweer. Adwin heeft een baan en Johan is sinds een paar jaar met pensioen. “Toch is het eigenlijk niet vrijwillig in de zin van vrijblijvend”, merkt Adwin op. “Je tekent wel een contract, je wordt in dienst genomen en je moet een aantal opleidingen verplicht halen om bij het korps te komen”, legt hij uit.

“Als je kan en het alarm gaat moet je ook komen. Je kunt niet zomaar zeggen: ‘ik heb geen zin’ of 'het komt even niet uit’." "Het korps moet op je kunnen vertrouwen”, vult Johan aan. Nodig ook, het vak is niet altijd zonder gevaar, en daarom moet iedereen precies weten wat de taken zijn en moet het team elkaar kunnen vertrouwen. “Om alles bij te houden oefenen we daarom elke maandag van half acht tot half tien in de avond. Op deze manier blijf je scherp”, aldus Johan.

Elkaar ondersteunen                                                                                                                                                            
In al die jaren gebeurt er veel, heel veel. De ene gebeurtenis blijft je meer bij dan de andere. Adwin vertelt: “De eerste uitruk waarbij ik mee mocht is mij het meest bijgebleven. Dit ging om een ongeval, een auto te water. De man hebben we kunnen redden, maar zijn vrouw bleek achteraf onderin de auto bekneld te liggen en is daar verdronken. Dit is iets wat je bijblijft. Ik heb het goed verwerkt, maar ondanks dat kan ik nog precies zeggen waar het gebeurde en hoe alles er uit zag.” Johan denkt ook terug aan zijn eerste oproep. “We moesten voor een oproep vanuit Fijnaart naar Den Bommel, dat is een heel eind hier vandaan. We dachten daarom ook dat het een grote oproep zou zijn, maar achteraf bleek het mee te vallen. Ook bij grote gebeurtenissen blijven de mensen die er bij betrokken zijn mij vaak nog lang bij.”

Binnen het korps praten ze veel en goed met elkaar. Op deze manier kunnen heftige dingen goed verwerkt worden. Iets wat belangrijk is. “Je weet immers nooit precies wat je te wachten staat bij een volgende oproep. Het is daarom goed om er over te praten zodat je dingen naast je neer kan zetten om door te kunnen gaan met het volgende”, zijn de mannen het met elkaar eens. “De mensen die al langer meedraaien bij de brandweer komen vaak zelf met een verhaal als ze iets dwars zit. Bij de nieuwere groep moet er vaker naar gevraagd worden. Toch is het sowieso goed om af en toe eens aan elkaar te vragen hoe het nu echt gaat.” Naast de serieuze gesprekken is er in de kazerne ook plaats om te lachen en leuke herinneringen of ervaringen met elkaar te delen, welke ook gaan over zaken buiten de brandweer.

De toekomst                                                                                                                                                                    
Na dertig en vijftig jaar trouwe dienst zijn beide heren nog niet van plan hun brandweerpakken aan de wilgen te hangen. Johan legt uit: “Ik ben gestopt met het daadwerkelijk mee uitrukken. Toch blijf ik nog wel werkzaam door onder andere het onderhoud in de kazerne te verrichten. Hoe lang ik dit blijf doen is nog even afwachten. Ik kijk gewoon hoe het gaat en wat ik kan blijven doen.” Adwin ziet zijn toekomst bij de brandweer anders. “Ik ben nu bevelvoerder, dat is binnen onze kazerne het hoogst haalbare. Ik ben nog brandweerduiker geweest, maar dat is gestopt. Verder zit er voor mij niks meer bij wat ik nog zou kunnen leren. Daarom blijf ik mijn pad gewoon volgen zoals dat nu loopt en ben ik bevelvoerder.”

Beide heren hebben het nog steeds goed naar hun zin in wat ze doen. “Daar mogen altijd nieuwe mensen bijkomen, ons korps is altijd op zoek naar nieuwe mensen die het team kunnen versterken.” vertelt Johan. “Dus mocht je interesse hebben, neem dan zeker contact op met de kazerne in Fijnaart. Wie weet kunnen we je verder helpen en zit je later in ons korps en help je daarmee weer anderen.”

 

Advertenties