Een bezoek aan de watersnoodwoning
Een plaats vol herinneringen en verhalen
Zaterdagmorgen, bijna half tien. Het is ijskoud en hier en daar spekglad. Toch schijnt het zonnetje over het vlakke polderlandschap wanneer Els en ik naar de watersnoodwoning in Heijningen rijden. Ik wilde graag een artikel schrijven over deze unieke plek. Els is sinds kort met Fijnaart Lokaal verbonden als fotografe. “Voor mij een mooie eerste opdracht.”
4400 uur Eenmaal aangekomen ontmoeten we Gertrude Hanssen. Zij zal ons, als vrijwilliger van de Heemkundige Kring Fijnaart-Heijningen, rondleiden. “Eerst wil ik jullie vertellen over hoe hoog het water heeft gestaan”, vertelt ze, wijzend naar een bordje op het huis.
Dan vertelt ze over de opening op 25 mei 2012 door de Zweedse ambassadeur. Voor de opening moest het huis worden opgeknapt. “Tussen 1954 en 2008 woonden er diverse gezinnen. Toen wij de woning kregen was het helemaal uitgeleefd. Vrijwilligers hebben toen 4400 uur gewerkt om de woning weer in originele staat te krijgen.” Ik hoor de trots in haar stem, en dat snap ik wel, wat een werk moet dat geweest zijn. Ook wordt er verteld over de sponsors die het mogelijk maakten dit huis te behouden, dat hier 9 mensen konden wonen, en dat het huis samen met de woning ernaast een gemeentelijk monument is.
Het is zo ingericht dat het lijkt alsof de bewoners ieder moment thuis kunnen komen. “Alles in en rond het huis is geschonken, en echt gebruikt in de vijftiger jaren. Enkel de kachel hebben we zelf gekocht en de elektriciteit en verwarming is gemoderniseerd vanwege de brandveiligheid”, legt Gertrude uit.
Geen tijd om te herdenken We lopen verder door de woning en krijgen vele verhalen te horen. Van hoe men vroeger leefde tot aan de heftige watersnoodverhalen. Alles wordt verteld aan de hand van spullen, schilderijen, foto`s en boeken. Er zijn verhalen over mensen die hun kinderen verloren terwijl ze zelf naar een kerkdienst waren, mensen die anderen wilden redden maar daarbij zelf verdronken… Zo gaat het verder.
Er is zoveel te vertellen, maar er zijn ook vele verhalen die we nog niet kennen. “Veel overlevenden praatten niet over de ramp of namen het zelfs mee in hun graf”, weet Els. “In die tijd was het werken, doorgaan en zwijgen over het verleden. Er was geen tijd voor rouw en herdenken”, gaat ze verder. “Pas in 1993 kwam de eerste herdenking en begonnen mensen met vertellen”, vult Gertrude aan.
De Heemkundige Kring heeft ook een archief. Hierin verzamelen ze alles over de ramp in wat nu Gemeente Moerdijk is. “We hebben ook geprobeerd om alle slachtoffers een gezicht te geven. Van 20 mensen is niks terug gevonden, heel verdrietig eigenlijk”, bedenkt Gertrude zich.
De ramp in beeld Achter het huis is een washok en een schuur waar tentoonstellingen neergezet worden. Dit kan gaan over elk onderwerp uit de geschiedenis van onze streek. Op dit moment gaat de tentoonstelling over de ramp van 1953. We lopen er rond en kijken of we iets herkennen op foto`s. Ik zie enkele boerderijen en huizen waarin nu mensen wonen die ik ken. Gek eigenlijk, bedenk ik me, dat het zo erg is geweest maar er nu amper iets van terug te zien is.
Ook vertelt Gertrude ons over de vele grote dijkdoorbraken, waarvan de grootste 400 meter was bij Fort Sabina. Over de dijken die het maar net hielden en over de communicatie tussen de dorpen. In het bijzonder over de twee mensen die verdronken in Willemstad, de enige twee die niet luisterden naar de waarschuwingen van hun burgemeester. Na dit verhaal zijn we er allemaal even stil van. Kijkend naar de kaart van het rampgebied, en in gedachten verzonken, staan we zo even naast elkaar. Het is moeilijk te beseffen wat er allemaal gebeurd is, het voelt ver weg maar ook heel dichtbij.
Vrijwilligers gezocht Dan komen we terug in de huiskamer en staan we voor die gekochte kachel. Terwijl Els en Gertrude herinneringen ophalen over zo`n kachel en we er samen om lachen, besef ik ook dat de verhalen die ik net gehoord heb doorverteld moeten worden. “We zijn hard op zoek naar nieuwe vrijwilligers”, hoorde ik Gertrude eerder die ochtend zeggen.
Daarom besloot ik dat ik mijn steentje wil bijdragen en heb me daarom opgegeven als onderzoekster, rondleidster en schrijfster voor de Heemkundige Kring. “Het is zo belangrijk om de geschiedenis van jouw woonplaats te kennen”, zijn Gertrude en Els het met elkaar eens. “We moeten proberen van de geschiedenis te leren, dat we niet dezelfde fouten maken.” Het is daarom ook dat ik in dit artikel niet alle verhalen heb verteld, omdat ik hoop dat mensen zelf een bezoek brengen aan de bijzondere watersnoodwoning en er wat van opsteken.
Blijven herdenken Om de ochtend af te sluiten klimmen we de dijk op naar het monument. Een beeld met daarvoor een plateau met alle 76 namen van de slachtoffers. Er ligt een laagje ijs over het plateau, de zon schijnt erop. “Dit heeft wel iets extra`s, de namen schitteren prachtig”, vindt Gertrude. Els en ik knikken instemmend.
We praten nog even na over de ochtend, er wordt gepraat over hoe we in Fijnaart beland zijn en over het belang van verhalen doorvertellen. Als we na twee uur afscheid nemen van elkaar zijn we het er met zijn allen over eens: een ramp als die van 1953 mag nooit meer gebeuren, maar moet wel een levende herinnering blijven.