Skip to main content

Fijnaart en Heijningen bieden hulp aan Oostenrijkse kinderen

Nederland als aansterkplek voor kinderen, dit gebeurde er in de twintigste eeuw.



Fijnaart en Heijningen bieden hulp aan Oostenrijkse kinderen
Den Bosch - Vertrek Oostenrijkse kinderen na hun 'vakantie' in Nederland
Redactiemedewerker Daphne Haverkamp zal in samenwerking met de Heemkundige Kring Fijnaart en Heijningen verhalen publiceren over vroeger. Verhalen die zich afspeelden in Fijnaart en Heijningen. Wellicht kent u de verhalen, heeft u meer informatie of wilt u er iets over vertellen. U kunt dan altijd contact opnemen met de Heemkundige Kring of Daphne Haverkamp, zij zal u dan in contact brengen met de Heemkundige Kring. Door middel van deze verhalen hopen we een stukje geschiedenis mee te geven. Het is belangrijk dat deze verhalen worden doorverteld; het is voor nieuwe generaties wellicht interessant of soms herkenbaar om te lezen. Vandaag het verhaal over de kinderen uit Oostenrijk die onze dorpjes bezochten voor een vakantie om even te kunnen ontsnappen aan alle ellende thuis.

Tijdens en na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) kwamen er meer dan 150.000 kinderen voor een vakantie bij Nederlandse pleegouders. Het overgrote deel kwam uit Hongarije, maar ook Oostenrijkse kinderen werden voor een tijdje naar Nederland gehaald. Nederlandse hulporganisaties regelden de vakanties, o.a. Centraal Comité ter Verzorging van Oostenrijkse arbeidskinderen in Nederland. De Oostenrijkse kinderen waren ondervoed en sterk verzwakt.

Nederland als neutrale hulp
Ons land was in de Eerste Wereldoorlog neutraal, terwijl o.a. Oostenrijk in oorlog was, met alle ontberingen die helaas bij een oorlog horen. De kinderen zijn naar Nederland gekomen om aan te sterken zoals ook kinderen ten gevolge van de Watersnood van 1953 naar elders zijn geweest, ook om aan te sterken. Uit informatie blijkt dat het katholieke kinderen waren die zeer waarschijnlijk bij katholieke gezinnen in Fijnaart en Heijningen ondergebracht zijn. Ook na de Tweede Wereldoorlog kwamen er tussen 1949 – 1957 Oostenrijkse kinderen om aan te sterken naar Nederland.

Een uitzichtloze situatie
De situatie in Oostenrijk was ellendig. Het land was een van de verliezers van de oorlog en had veel grondgebied verloren aan buurlanden. Op internet zijn verhalen te lezen dat Nederlandse ouders Oostenrijkse weeskinderen adopteerden. Ook de in Oudenbosch geboren pater Van der Bom, die in de Eerste Wereldoorlog werkzaam was in Oberhollabrunn in Oostenrijk, regelde samen met zijn zuster in 1917 een transport van 30 Oostenrijkse kinderen naar Nederland om deze kinderen 6 weken te laten aansterken. Deze kinderen werden ondergebracht in Oudenbosch, Etten-Leur en Langeweg. In Hollabrunn was in 1917 een vluchtelingenkamp voor Oostenrijkse vluchtelingen uit andere delen van Oostenrijk. Wellicht kwamen deze kinderen uit dit kamp.

Vertrek Weense kinderen uit Fijnaart
In het tijdschrift van de Heemkundekring De Vrijheijt van Rosendale stond onderstaand artikel dat de aandacht trok. Het artikel stond op 24 augustus 1920 in een krant, die in Roosendaal verscheen:

‘Gistermiddag half drie zijn een zestigtal Weensche kinderen wederom naar hun heimat vertrokken. Hiervan waren er een dertigtal uit Roosendaal en even zooveel uit Fijnaart. De kinderen uit Fijnaart waren ’s morgens reeds per tram alhier gearriveerd. Zwaar bepakt en beladen, vergezeld van hun pleegouders kwamen de kinderen op het station aan. Het afscheid was voor velen zwaar, en zoowel van de zijde der kinderen als van vele pflege eltern vloeiden tranen. Het was een treffend moment, toen juist voor het vertrek van den trein een der jongens, met heldere gevoelige stem op de wijze van het bekende “Vaarwel mijn dierbaar vaderland “ zong: “Vaarwel mijn dierbaar Nederland”. Onder gewuif en vaarwelgeroep stoomde de trein naar ’s-Bosch, waar de kinderen om vier uur aankwamen, teneinde hun verre reis te vervolgen. Het aantal kinderen dat onder de hoede van het Roosendaalsche Comité, over 15 dorpen in den omtrek verdeeld is, bedraagt een kleine duizend. Dat het Comité dus nog al wat te doen heeft, kan men begrijpen.’

Duizenden kinderen
In het laatste boek van de Heemkundige Kring,  'Wedervaren en Toestanden',  wordt hieraan op blz. 30 ook kort aandacht besteed. De Weense kinderen kwamen niet alleen in de Eerste Wereldoorlog en daarna , maar ook na de Tweede Wereldooorlog. Op 28 september 1950 bericht het Twentsche Dagblad Tubantia dat er meer dan 12.000 Weense kinderen sedert het einde van de 2e WO met speciale kindertreinen naar Nederland zijn gebracht om drie maanden aan te sterken. Het Nederlandse Rode Kruis zorgde voor de begeleiding tijdens de reis. Niet alleen Weense kinderen kwamen naar ons land. Op 30 oktober 1954 staat in het Dagblad van het Noorden dat Duitsland het bestuur van het Nederlandse R.K. Huisvestingscomité bedankt voor hun hulp bij het verblijf van 3900 Duitse kinderen vanaf 1950 in Nederland. Ook staat in hetzelfde artikel dat er rond de jaarwisseling van 1954-1955 een nieuw transport van Weense kinderen onder auspiciën van dit comité te verwachten is.

Avondmis in Weense Sankt Stefan
Op 13 februari 1953 staat in het Dagblad voor Nederland te lezen: ”Avondmis in Weense Sankt Stefan. Dinsdagavond stroomden duizenden kinderen en volwassenen naar de Weense kathedraal waar kardinaal Innitzer een avondmis opdroeg naar aanleiding van de ramp die ons land getroffen heeft. In zijn toespraak beschreef hij de omvang van de catastrophe en herinnerde vooral de Weense kinderen aan de gastvrijheid en liefde, die zij in ons land hadden ondervonden”.

Nieuwe informatie
De archivarissen van de Heemkundige Kring hebben in de archieven gezocht of er informatie is over het verblijf van Weense kinderen in Fijnaart en Heijningen in de periode 1917 - 1957. Helaas! Graag zouden zij hierover meer informatie van u ontvangen. Het is aanneembaar dat de Weense kinderen niet eenmalig in Fijnaart en Heijningen geweest zijn. Heeft u informatie, mogelijk vergezeld van foto’s, dan zouden wij deze informatie graag ontvangen, waarvoor reeds onze hartelijke dank!

Advertenties