Glas geeft niet mee
Ter intro
Tientallen keren heb ik mijn pijnlijke blunder toe moeten lichten. Op mijn werk, in het Bravis ziekenhuis, waren bouwlieden drukdoende op de polikliniek. Iets met de airconditioning, kapotte vloerdelen of plantenbakken. Geen idee. In ieder geval was de doorgang geblokkeerd en werden bezoekers en medewerkers met pijlen een andere weg gewezen.
Nu was ik die middag al laat voor een afspraak, dus ik snel naar links gelopen, zoals de eerste pijl aangaf. Op een openstaande deur zag ik een tweede pijl die naar rechts wees. Zo trouw als ik ben, volgde ik die aanwijzing meteen op en schoot rechtsaf door -naar ik aannam- een opening. In werkelijkheid was de ‘opening’ gevuld met een dikke ruit. BOINK!! Daar klapte ik vol met mijn gezicht tegen de glazen plaat.
Wonder boven wonder overleefde mijn bril de klap en begonnen alleen mijn neus en bovenlip hevig te bloeden. Met m’n hand als een opvangbakje onder mijn kin schoot ik snel een wc in om met papieren handdoekjes mijn gehavende gezicht schoon te poetsen. Even overwoog ik om naar de spoedeisende hulp te gaan, die zat immers toch om de hoek. Maar mijn mannelijke trots won het weer van mijn verstand.
Gelukkig was mijn bloedneus snel over en ook op mijn bovenlip is nauwelijks meer iets te zien van de pijnlijke ontmoeting met de ruit. Daar zit inmiddels een sticker op en staat een stoel voor, zodat niet meer sukkels als ik de verkeerde afslag kunnen nemen. Maar voortaan ga ik pas een opening door als ik met m’n handen gevoeld heb dat het echt een opening is. Zo’n harde ontmoeting met glas wil ik geen tweede keer.