Kilometervreter Piet Kerp
Piet Kerp kan niet zo goed stilzitten
Vaak weet je wel hoeveel kilometer je moet rijden naar school of naar je werk. In het geval van Piet Kerp was een retourtje Zevenbergen 25 kilometer. Piet werkte ruim 38 jaar als tankstationbeheerder. Op een paar maanden na ging Piet van de Pomp, zoals heel Zevenbergen hem noemde, op de fiets naar zijn werk. Altijd, door weer en wind. Vaak zes keer per week.
Een heleboel rondjes rondom de aardbol
Een rondje rondom onze aardbol telt ongeveer 40.000 kilometer. Piet, die nu 72 is, rekent uit dat hij in heel zijn leven opgeteld minstens acht van die rondjes heeft gefietst. Maar waarschijnlijk zijn het er veel meer, want naast de gemaakte kilometers voor woon-werkverkeer, trapt Piet nog steeds vrolijk iedere dag de pedalen rond.
Piet: 'Toen onze dochter Mirella werd geboren, had mijn vrouw Riet de auto wat vaker nodig. Ik werkte bij Q8 in Zevenbergen en besloot toen dat ik eigenlijk net zo goed op de fiets naar mijn werk kon gaan. Sommigen verklaarden me voor gek. Want weer of geen weer, ik pakte altijd de fiets. Zelfs als het vroor. Meerdere keren ging ik onderuit. Er zijn mensen die me wel eens eigenwijs noemen. Ik denk dat ze gelijk hebben.
Ook als ik op familiebezoek ging, pakte ik de fiets. Jarenlang fietste ik iedere zondag op en neer naar Achthuizen, mijn geboorteplaats. Precies weet ik het niet, maar ik denk dat ik intussen al minstens dertig fietsen heb versleten.'
Krantenjongen
'Toen ik met pensioen ging, heb ik nog een jaar of twee als invalkracht bij Pompkracht gewerkt, bij verschillende tankstations. Dat was een paar keer per week, meestal ’s avonds. Maar dan pakte ik wel de auto, want die klussen waren vaak wat verder weg.
Iemand die mij nog kende van de pomp, vroeg me in die tijd of ik er iets voor voelde om krantenbezorger te worden. Na kort wikken en wegen heb ik ja gezegd. Vanaf 2018 doe ik mijn route door de Fendert, ruim 260 kranten. Om 3.30 uur gaat de wekker. Na een bak koffie en een plak ontbijtkoek spring ik op de fiets.
Op zaterdagochtend slaap ik uit. Dan ga ik er pas om 4.00 uur uit. Op die dag tik ik ruim driehonderd brievenbussen aan, want er zijn ook mensen die alleen een weekendabonnement hebben. De zaterdageditie is ook wat dikker. Die grote stapel zaterdagkranten past niet in mijn fietstassen. Dat betekent dat ik tussendoor naar huis moet om een nieuwe voorraad op te halen. En dan hebben we ook nog de weekendbijlage. Maar die breng ik op vrijdag rond. Te voet. Want dan kan ik hier en daar gezellig een praatje maken.'
Marathons
‘Als pensionado had ik opeens veel meer vrije tijd. ”Ga toch wandelen”, kreeg ik als tip. Dat ben ik toen gaan doen. Na een tijdje ging ik mijn tempo versnellen. Eerst 100 meter harder lopen, toen 200 meter. Steeds een stukje verder en een tandje hoger. Nu ren ik iedere zondagochtend om 7.00 uur ruim twintig kilometer hard. Ik ga altijd, wat voor weer het ook is.
Twee keer heb ik de marathon van Amsterdam uitgelopen. Wat een ervaring was dat! Die van Rotterdam staat ook op mijn lijstje. Qua conditie zal dat vast geen probleem zijn. Maar een tijdje terug ben ik nogal ongelukkig gevallen. Dus ik denk niet dat het verstandig is om in Rotterdam mee te doen.’
Ik kan niet stilzitten
‘Riet heb ik leren kennen bij Zaal Geerts in Stampersgat. “Die moet ik hebben!”, zei ik tegen mijn vrienden. Het was liefde op het eerste gezicht. Dit voorjaar vierden we ons gouden huwelijk. Toen we verloofden, gingen we nadenken over waar we zouden gaan wonen. Riet zag Achthuizen eigenlijk niet zo zitten, dus toen ben ik naar Fijnaart gekomen. We trokken in bij de ouders van Riet, die in de oude pastorie tegenover de Gereformeerde kerk woonden.
Op een gegeven moment zijn we naar de Leeuwerikstaat verhuisd. Zeven jaar geleden kwamen we een leuk huis in De Bongerd tegen en daar wonen we nu met veel plezier.'
‘Ik kan niet stilzitten. Het is dus heerlijk als de kleinkinderen op bezoek zijn. Dat houdt ons jong. En ik ben veel in de tuin te vinden. Tuinieren is mijn lust en mijn leven. Een boek lezen lukt me niet. Bij bladzijde twee weet ik niet meer wat er op de eerste bladzijde is gebeurd. Ik kijk wel graag naar een aantal programma’s op televisie. Het 6 uur journaal is vaste prik. En van een mooie natuurfilm of een spannende serie, zoals op dit moment De Ring, kan ik ook enorm genieten.
Toen ik stopte met mijn werk bij de pomp, kreeg ik van iemand een jaarabonnement cadeau. Daarmee kon ik naar de sportschool en het zwembad in Zevenbergen. Sinds die tijd trek ik daar mijn baantjes, 1500 meter, twee of drie keer per week. Hoe ik naar dat zwembad toe ga? Met de fiets natuurlijk!’