Van de redactie
Ter intro
Ik geef het toe: ik ben een bovensloter. Ik woon al bijna 20 jaar in Brabant, maar praat niet met zo’n mooie zachte G, mijn “houdoe” klinkt voor geen meter en op de vraag “Van wie bende gij d’r inne?” kan ik wel antwoord geven, maar ik heb niet de illusie dat men daar iets mee opschiet. Ik vóel me wel steeds meer Brabander. Zo ben ik bijvoorbeeld een groot liefhebber van worstenbroodjes en lust ik geen patat meer sinds ik friet heb geproefd.
En dan is daar natuurlijk altijd het onvermijdelijke carnaval. Dat is en blijft een lastige voor een bovensloter. Ik vraag me bijvoorbeeld altijd af: “Waarom wachten tot de winter als je carnaval in de zomer kunt vieren?” Het is een bewezen concept! Er zijn miljoenen mensen die het feest vieren in een schaterlachende zon.
Ik weet het wel, hoor. Nog één keer los gaan voor de vastentijd. Maar het zou toch fantastisch zijn: de zon brandt fel aan de hemel, het zand kriebelt tussen je tenen en de lucht zoemt van opwinding. Het zomerse carnaval begint met een vrolijke stoet van mensen in kleurrijke outfits terwijl ze dansen op het ritme van zomerhits. De straten zijn gevuld met de geur van gegrilde lekkernijen en zomerse cocktails. Iedereen lacht, zingt en danst alsof er geen morgen is. En waarom ook niet? In de zomer voelt het leven lichter, vrolijker, en laten we eerlijk zijn, wie heeft er dan geen zin in een feestje? Tijdens zomers carnaval kunnen we onze creativiteit de vrije loop laten met luchtige kostuums die ons laten ademen in plaats van ons te verstikken. Geen bibberende toeschouwers langs de kant, maar lachende gezichten die glinsteren van het zweet en de zon.
Sorry, ik liet me even gaan. Carnaval is een prachtige traditie die in Brabant leeft en moet blijven leven. En bovensloters zoals ik moeten daar vanaf blijven. Meedoen mag, maar wel volgens Brabantse regels.
Ik heb getwijfeld, maar ik denk dat 20 jaar lang genoeg is om te mogen afsluiten met….
Alaaf!
Dennis Palache