Voormalige pastorie d`Engelenburgh 150 jaar
Het dorp Fijnaart werd in de zestiende eeuw, nadat het gebied was bedijkt, opgezet naar een vastomlijnd plan. Loodrecht op de dijk werd een brede straat, de zogenaamde voorstraat, geplaatst; parallel hieraan liep één achterstraat. De voorstraat eindigde in een ringweg die een stuk grond omsloot waarop de Hervormde kerk werd gebouwd. Aan de voorstraat vestigden zich de notabelen en middenstanders van het dorp. Langs de achterstraat lagen in de regel de arbeiderswoningen en in het buitengebied van het dorp bevond zich de agrarische bebouwing. Als gevolg van de katholieke emancipatie kregen de katholieken in Fijnaart halverwege de negentiende eeuw toestemming om een volwaardige kerk te bouwen. Als gevolg van de geestelijke en stedenbouwkundige ontwikkelingen werd de kerk echter niet in het dorp, maar aan de toenmalige rand van het dorp gebouwd, de pastorie werd er pas later bijgebouwd.
Pastorie d`Engelenburgh
De pastorie is een vierkant gebouw dat bestaat uit een groot kelderdeel, begane grond en twee verdiepingen. De voorgevel is het meest uitbundig gedecoreerd, in het bijzonder ter hoogte van de begane grond waar het geblokte pleisterwerk de indruk van natuursteen wekt.
Met uitzondering van een aantal natuurstenen cordonlijsten zijn ook alle decoraties en ornamenten in pleister vervaardigd. Het geheel, ex- en interieur, is gedurende de periode 1985-1990 gedeeltelijk gerestaureerd naar de situatie van voor 1940.
De voorgevel van de pastorie is symmetrisch van opzet. Hij is in vijf traveeën verdeeld en wordt verticaal geleed door een middenrisaliet en hoeklisenen. Horizontaal wordt hij geleed door de cordonlijsten die de overgangen van de verschillende bouwlagen aangeven en naadloos aansluiten op de lekdorpels van de vensters. In de middenrisaliet bevindt zich de ingangspartij met aan weerszijden telkens twee traveeën met identieke T-vensters. De eerste verdieping wordt geopend door vijf vensters, identiek aan die op de begane grond. De vensters hebben alle een gepleisterde dubbele omlijsting en een gedecoreerde sluitsteen.
Versieringen binnen en buiten
De ingang bestaat uit een dubbele houten paneeldeur. Voor de deur is een bordes aangebracht dat is voorzien van vier treden rondom. Op de hoeken van de onderste trede staan twee bewerkte ijzeren stoepbalusters die door middel van een onbewerkte stang, de handlijst, zijn verbonden met het kozijn van de voordeur. De deuropening wordt geflankeerd door gepleisterde pilasters met basement en kapiteel. Boven het bovenlicht, tussen de kapitelen van de pilasters, is een rijk gedecoreerde sluitsteen aangebracht met aan beide zijden smalle rechthoekige velden met gebosseerde spiegels.
Aan weerszijden van het bordes zijn ter hoogte van het souterrain in de plint twee vensters voorzien van tralies aangebracht. Boven deze vensters geeft een cordonlijst de overgang naar de begane grond aan. De lisenen zijn op de begane grond om en om voorzien van gepleisterde gebosseerde stenen. Tussen begane grond en eerste verdieping is een dubbele cordonlijst aangebracht. Hiertussen zijn, ter hoogte van de lijsten om de vensters, gepleisterde consoles aangebracht. Boven de ingangspartij bevindt zich tussen de cordonlijsten over de gehele breedte van de middenrisaliet een met florale motieven en wapenschild gedecoreerd veld. De bakgoot heeft een forse overstek, die wordt ondersteund door vier stellen gedecoreerde consoles. De hoeklisenen worden ter hoogte van de goot bekroond met kleine, gebroken frontons.
De smalle dakkapel is geplaatst in het verlengde van de middenrisaliet. In de dakkapel zijn twee openslaande vensters aangebracht; hij heeft klauwstukken aan weerszijden en wordt afgesloten met een gebogen fronton. De zijgevels zijn op enkele smalle zesruits vensters na gesloten; in de linkerzijgevel bevindt zich een venster, in de rechter twee ten behoeve van het trappenhuis. Het pleisterwerk is hier niet gedecoreerd of geleed. Aan de linkerzijde van de pastorie is in 1953 een bijgebouw in schoon metselwerk opgetrokken waarin zich onder meer een garage en sanitaire voorzieningen bevonden, tevens is hierin een verbindingsgang tussen pastorie en kerk geïntegreerd. De achtergevel is evenals de voorgevel symmetrisch van opzet en in vijf traveeën verdeeld. Het pleisterwerk is ook hier, net als bij de zijgevels, vlak en onbewerkt. Op de begane grond is in 1937 een kleine, centraal geplaatste aanbouw gerealiseerd op een vierkante plattegrond met gepleisterde muren. Hierin zijn de achterdeur, vanuit de keuken, en een toilet ondergebracht. De achterdeur is bereikbaar over een stenen trap met zeven treden. De achtergevel van deze aanbouw wordt door twee identieke hooggeplaatste smalle, rechthoekige vensters geopend. In de plint zijn de vensters van het souterrain aangebracht. Aan weerszijden van de aanbouw wordt de gevel van de begane grond geopend door twee identieke zesruits vensters. De eerste verdieping is in het bezit van vijf zesruits vensters. Het dakschild is op een klein dakraam na gesloten.
Een goed bewaard interieur
Het interieur is gaaf bewaard gebleven en deels gerestaureerd. De indeling is vrijwel symmetrisch. Een centrale gang met houten lambrisering en stucwerk op wanden en plafonds deelt de begane grond in tweeën. Het stucwerk in de gang is rijk en onder meer voorzien van pilasters, bogen en perklijsten. Het geheel ademt een representatief karakter. Links en rechts bevinden zich kamers met een houten vloer in onder meer visgraatverband, houten lambrisering, stucwerkplafonds en natuurstenen schoorsteenmantels. Het stucwerk in de kamers bestaat voornamelijk uit perklijsten en middenornamenten gedecoreerd met florale motieven. In de grote woonkamer, rechts van de gang, is een fraai en rijk gedecoreerd middenornament aangebracht waarin zich, tegenover elkaar, en profil de gezichten van Jezus en Maria bevinden. De keuken bevindt zich links achterin de pastorie en is gedeeltelijk aangepast aan de moderne eisen. Er bevindt zich nog wel een reeks houten kasten voor serviesgoed en voorraden, die zeer waarschijnlijk uit de jaren dertig of veertig dateren. Links in het midden van de hal bevindt zich een trappenhuis met een fraai bewerkte houten slingertrap, welke is voorzien van een rijkelijk gesneden trappaal waar de handlijst zich in de vorm van een slangachtig dier omheen draait. Het plafond dat het trappenhuis afsluit is gesloten en heeft een geschilderd zonnemotief.
Op de eerste verdieping bevinden zich kleinere kamers dan op de begane grond. De indeling van die kamers is in twee gevallen enigszins gewijzigd en aan de linkerzijde van de gang is tussen twee kamers een sanitaire ruimte ingebouwd. De plafonds van de centrale gang en de verschillende kamers aan weerszijden zijn voorzien van gestucte perklijsten en middenornamenten. Deze zijn qua details en decoraties eenvoudiger dan die op de begane grond. De zolderverdieping is nauwelijks ingedeeld, alleen aan de voorzijde bevindt zich een kleinere, sobere ruimte die zeer waarschijnlijk dienst heeft gedaan als slaapkamer voor een dienstbode.
Van pastorie tot woonhuis
De pastorie was van algemeen belang. De pastorie heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van sociaal-economische, geestelijke en bestuurlijke ontwikkelingen. Het gebouw heeft architectuurhistorische waarde als een voorbeeld van een representatief gebouw in eclectische stijl. Het ex- en interieur van de pastorie is goed bewaard gebleven. De pastorie heeft ensemblewaarden wegens de situering in de toenmalige periferie en is evident een beeldbepalend element in dit deel van het dorp en als een duidelijke pendant van de naastgelegen kerk. Inmiddels is het voormalige pastoriegebouw geen onderdeel meer van de kerk en fungeert het nu als woonhuis.
In samenwerking met Heemkundige Kring Fijnaart-Heijningen